De belangrijkste biologische functies van zink
Zink speelt een rol in de stofwisseling van eiwitten en nucleïnezuur (DNA en RNA), het herstel van DNA en de regulering van de genexpressie. Zink speelt ook een rol bij de stabilisering van insuline die de bloedsuikerspiegel in evenwicht houdt, van thymuline die de deling van sommige immuuncellen activeert, en van andere hormonen en in de stofwisseling van meervoudig onverzadigde vetzuren (functies in bloed- en bloedvatcellen) en prostaglandinen (voor inflammatoire manifestaties, vasodilatatie en pijn) evenals in de stabiliteit van celmembranen. En ten slotte speelt zink een rol in chemische reacties om oxidatieve stress te bestrijden1.
Zink* draagt dus bij tot:
- de normale synthese van DNA,
- de normale zuur-base-stofwisseling (regulering van de zuurtegraad van het bloed),
- de normale suikerstofwisseling,
- normale cognitieve functies,
- vruchtbaarheid en normale reproductie,
- de normale stofwisseling van de macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten),
- de normale stofwisseling van vetzuren,
- de normale stofwisseling van vitamine A,
- de normale eiwitsynthese,
- het behoud van de botten, haren en nagels,
- het behoud van een normale huid,
- normale testosteronniveaus in het bloed,
- het behoud van een normale visus,
- de normale werking van het immuunsysteem,
- de bescherming van de cellen tegen oxidatieve stress.
Zink heeft ook een rol in het proces van de celdeling.
*Resultaten van wetenschappelijke beoordelingen verricht door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid voor gezondheidsclaims (Europese Commissie, 2016). Gezondheidsclaim: elke claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een voedingsmiddelencategorie, een voedingsmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid.
De nutritionele referentiewaarden voor de bevolking
De nutritionele referentiewaarde voor de bevolking is als volgt:
De nutritionele referentiewaarde voor de bevolking is de inname die voldoet aan de behoefte van vrijwel de hele betroffen bevolking, zoals geschat op basis van experimentele gegevens. Het komt overeen met de vroegere ADH, aanbevolen dagelijkse inname.
Voor de zwangere vrouw of de vrouw die borstvoeding geeft moet de inname worden verhoogd met respectievelijk 1,6 mg/dag en 2,9 mg/dag. (EFSA 2014b)
Zinkbronnen
De voedingsmiddelen die het rijkst zijn aan zink zijn vlees, orgaanvlees, kaas, peulvruchten en vis, weekdieren en schaaldieren.
VOEDINGSMIDDEL | ZINKGEHALTE (mg/100g) |
---|---|
Tarwekiemen | 14 |
Krab | 11,9 |
Rundvlees | 11 |
Tarwezemelen | 7,49 |
Varkenslever | 6,72 |
Kaas met harde korst | 4,23 |
Rode linzen | 3,9 |
Om te weten in welke andere voedingsmiddelen zink zit, raadpleegt u de website van de ANSES.
De biologische beschikbaarheid* van zink is afhankelijk van veel voedingsfactoren, met name fytaten aanwezig in granen en peulvruchten, calcium en ijzer die de absorptie verminderen.
*Biologische beschikbaarheid: hoeveelheid van een nutriënt in een voedingsmiddel dat door het organisme wordt opgenomen.
Tekort en stapeling van zink
Zeer oude mensen lopen vaak een risico op tekort in verband met een slechte absorptie in de darmen, en bij vegetariërs en mensen met een alcoholverslaving.
Zinktekort kan gevolgen hebben voor de vele bovengenoemde biologische functies waar zink een rol bij speelt. Bijvoorbeeld een droge huid, haaruitval, broze botten, grotere gevoeligheid voor infecties, gewichtstoename, vruchtbaarheidsstoornissen enz.
Een zinkstapeling kan de absorptie van andere mineralen verminderen zoals koper en ijzer en zo bloedarmoede veroorzaken en het immuunsysteem verzwakken.
Tekort: De term tekort is voorbehouden aan een toestand van deficiëntie met duidelijke klinische manifestaties (anders spreekt men van deficiëntie)
Deficiëntie: De term deficiëntie is voorbehouden aan een biologisch objectiveerbare toestand door gebruik van reservemarkers. Een toestand van deficiëntie gaat niet gepaard met specifieke, duidelijke klinische manifestaties. (Ministerie van Werkgelegenheid en Solidariteit 2000)