De belangrijkste biologische functies van ijzer bij de mens
IJzer is een essentieel sporenelement voor het transport en de opslag van zuurstof in het organisme. IJzer is een bestanddeel van de hemoglobine in de rode bloedlichaampjes (of hemocyten of erythrocyten) die de zuurstof van de longen naar het weefsel vervoeren. Verder is het een bestanddeel van de myoglobine die de zuurstof naar de spieren vervoert en daar opslaat.
IJzer is ook een bestanddeel van enzymen die een rol spelen in metabole reacties zoals de synthese van DNA of bepaalde neurotransmitters zoals dopamine en adrenaline.
IJzer heeft eveneens een rol in het proces van de celdeling.
Het draagt bij tot:
- een normaal energiemetabolisme,
- de normale werking van het immuunsysteem,
- en een normale cognitieve functie.
De nutritionele referentiewaarden voor de bevolking (NRB)*
Het volwassen menselijk lichaam bevat ongeveer 4 g ijzer.
IJzer wordt gerecycleerd, de spijsverteringsabsorptie dient uitsluitend om de fysiologische verliezen te compenseren.
*vanwege min of meer overvloedig bloedverlies tijdens de menstruatie.
Vrouwen hebben meer last van ijzertekort vanwege de grotere behoefte aan ijzer gedurende de menstruatie maar ook tijdens een zwangerschap.
Voedingsbronnen
Afhankelijk van de vorm wordt ijzer min of meer goed geassimileerd. Er bestaat:
- Heemijzer (ijzer gebonden aan een cofactor genaamd heem vanwaar de naam) wordt gemiddeld voor 25% geassimileerd. Het zit in vlees (vooral rood vlees) en vis. (Chappuis 1991)
- Niet-heemijzer, gemiddeld voor 5% geassimileerd, zit voiornamelijk in peulvruchten (linzen, bonen enz.), volkoren granen en specerijen. (Chappuis 1991)
Hier een paar voorbeelden van voedingsmiddelen rijk aan ijzer:
Voedingsmiddel | IJzergehalte (mg/100 g) |
---|---|
Bloedworst | 22,8 |
Pure chocolade | 22,5 |
Rijstzemelen | 18,5 |
Kippenlever | 11,8 |
Witte/rode bonen | 6-8 |
Gele/groene linzen | 6-7 |
Longhaas | 4 |
Om te weten in welke andere voedingsmiddelen ijzer zit, raadpleegt u de website van de ANSES.
Tekort en stapeling van ijzer
Het is mogelijk een ijzerdeficiëntie te hebben die geen duidelijke klinische symptomen veroorzaakt. Maar als de deficiëntie erger wordt is een tekort aan ijzer het gevolg dat tot bloedarmoede leidt.
De belangrijkste tekenen van ijzertekort is bleekheid, vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid en spijsverteringsstoornissen.
Bloedarmoede is een hemoglobinegehalte onder de normale waarden. Bloedarmoede door ijzertekort houdt verband met gebrek aan of verkeerd gebruik van ijzer door het organisme.
Volgens de WHO hebben 2 miljard mensen (dat is meer dan 30% van de wereldbevolking) bloedarmoede, voornamelijk vanwege ijzertekort.
Omgekeerd bestaat er ook ijzerstapeling, hemochromatose genaamd. Het kan schadelijke gevolgen hebben op de lange termijn, zoals hartproblemen, diabetes enz.
In geval van verdenking op een tekort of een stapeling van ijzer kan de arts een bloedonderzoek voorschrijven om het de ijzerstofwisseling in het lichaam te bepalen. Het omvat doseringen waarmee de kwaliteit van het ijzer in omloop en de reserve kan worden bepaald, en de eventuele mechanismen voor compensatie voor het ijzertekort. Het onderzoek dat kan worden gevraagd voor een ijzeranalyse is (Aanbevelingen HAS):
Dosering van serumijzer of sideremia:
Gehalte van 12 à 25 µmol bij een volwassene
- Het daalt bij tekorten en ontstekingen.
- Het stijgt bij ijzerstapeling, hepatitis, cirrose, chronisch alcoholisme, hemolyse enz.
De dosering van transferrine of siderofyline:
Transferrine transporteert het ijzer in het bloed. Gehalte van 2 à 4 g/l bij een volwassene
- Het daalt bij ontsteking, ijzerstapeling en leverinsufficiëntie.
- Het stijgt bij ijzertekort, zwangerschap, orale voorbehoedmiddelen.
De dosering van plasma ferritine:
Ferritine is een eiwit dat ijzer bindt waardoor het kan opslaan, vooral in de lever en de milt. Het gehalte is 18 à 300 µg/L. Het daalt bij bloedarmoede door te weinig ijzerinname of door bloedverlies (menstruatie, bloedingen) of bij grotere behoefte (zwangerschap).
- Bloedarmoede door ijzertekort wordt bevestigd als het serum ferritine daalt onder de 10 µg/L.
- Stapeling wordt bevestigd als het serum ferritine stijgt boven de 400 µg/L
* De nutritionele referentiewaarde voor de bevolking vastgesteld door de ANSES is de inname die voldoet aan de behoefte van vrijwel de hele betroffen bevolking, zoals geschat op basis van experimentele gegevens. Het komt overeen met de vroegere ADH, aanbevolen dagelijkse inname.
Tekort: De term tekort is voorbehouden aan een toestand van deficiëntie met duidelijke klinische manifestaties (anders spreekt men van deficiëntie)
Deficiëntie: De term deficiëntie is voorbehouden aan een biologisch objectiveerbare toestand door gebruik van reservemarkers. Een toestand van deficiëntie gaat niet gepaard met specifieke, duidelijke klinische manifestaties.