Historisch gebruik
Valeriaan, bekend onder vele namen (kattenkruid, allesgenezer, en recentelijk plantaardige valium), wordt sinds de Oudheid gebruikt voor diverse eigenschappen, met name kalmerende en ontspannende eigenschappen. De naam komt waarschijnlijk van deze eigenschappen: Valeriana komt van het Latijnse valere, wat betekent ‘in goede gezondheid zijn’. De oude Grieken Hippocrates en Dioscorides bevalen de plant aan voor de behandeling van slapeloosheid.
Botanisch
Valeriaan is een vast kruid van 1 à 1,5 meter hoog, afkomstig uit Europa en Azië. De plant is te vinden op schaduwrijke, vochtige plaatsen. De bloemen zijn wit of roze en vormen een vrucht, een dopvrucht met zijdeachtige pluimen. De hele plant verspreidt een karakteristieke geur die aantrekkelijk is voor katten. Voor de therapie wordt de wortel gebruikt; deze wordt in september-oktober na de bloei geoogst.
Eigenschappen
De wortel heeft kalmerende1, angstwerende en ontspannende2 eigenschappen. Diverse klinische onderzoeken hebben aangetoond dat valeriaan de kwaliteit van de slaap verbetert en de inslaaptijd verkort1.
Dankzij de ontspannende werking kan valeriaan worden aanbevolen om spierspanningen te verlichten (schouder, stijve nek, rug).
Indicaties
- Moeite om in slaap te vallen
- Angsten
- Spier- en zenuwspanningen
Mogelijke combinaties
Valeriaan + Goudpapaver:
inslaapstoornissen met angsten
Valeriaan + Harpagofytum:
gewrichtspijn met spiersamentrekkingen
Voorzorgsmaatregelen
Niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 12 jaar, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Gecontra-indiceerd voor personen die allergisch zijn voor Valerianacaea.