In enkele woorden...
In die dagen was de markt voor voedingssupplementen nog maar weinig ontwikkeld en bestond voornamelijk uit enkele associaties van multivitaminen en mineralen.
De kennis over probiotica was ook beperkt. Hun gebruik beperkte zich tot de levensmiddelenindustrie (yoghurtproductie, wijnfermentatie) en diervoeder. Echter wel bekend was dat, vooral door het gebruik van gefermenteerde melk (yoghurt, lassi in India enz.), dat ze het darmcomfort konden verbeteren. Ook was men bekend met het belang van een gezonde spijsverteringsflora en wist me dat deze een belangrijke rol speelde bij het opnemen van voedingsstoffen.
Deze observaties brachten Dr. Leclerc, oprichter van het PiLeJe laboratorium, ertoe een innovatief onderzoekspad in te slaan: een formule ontwikkelen die het lichaam in staat zou stellen om van deze melkzuurbacteriën, waarvan men de rol vermoedde, te profiteren zonder dit toe te passen op de voeding.
Dit onderzoek leidde tot het ontstaan van de eerste gezondheidsoplossing en bestond uit een combinatie van probiotische stammen die in Frankrijk werd verkocht.
Resultaten die ver boven de verwachtingen uitstijgen
Het product werd gepositioneerd als een voedingssupplement om de darmflora weer in evenwicht te brengen. De formule werd voorgeschreven door artsen en bleek al snel effectief te zijn in het verbeteren van darmstoornissen. Maar niet alleen dat! Het leek ook een positieve impact te hebben op andere aandoeningen waarmee bepaalde patiënten konden worden geconfronteerd, zoals depressies.
Deze eerste klinische constateringen openden de weg naar nieuwe perspectieven: behalve het in evenwicht brengen van de darmflora zouden probiotica ook een veel functionelere rol kunnen spelen in het lichaam met een wederzijdse invloed.
Er ontstond een behoefte aan een betere kennis van de verschillende probiotica, wat leidde tot laboratoriumonderzoek met wetenschappelijke laboratoriummedewerkers die zich specialiseerden in dit gebied.
De onderzoeksmissies waren onder andere: documenteren van de resistentie van bacteriestammen in verschillende fysisch-chemische condities, kennis van de criteria van hun levensvatbaarheid en hun werking op de darmen.