Bepalen van de soort voor een specifieke behoefte
Alles begint met een analyse van de wetenschappelijke literatuur om de plant(en) te kiezen waarvan het traditionele gebruik om te voldoen aan een specifieke gezondheidsbehoefte is erkend.
Voor een bepaalde plant moet dan vervolgens de meest "actieve" soort worden bepaald en gezocht: dit wordt "sourcing" genoemd. Soms bestaan er honderden verschillende soorten of variëteiten van een en dezelfde plant, met elk een andere samenstelling (dit wordt "het fytochemische profiel" van de plant genoemd. Die bestanddelen bepalen de werking van de plant.
Het in kaart brengen van de verschillende soorten en/of variëteiten van een plant is dus een belangrijke stap die heel wat onderzoek door de PiLeJe sourcing experts vergt.
In sommige gevallen worden de vereisten voor de plant omschreven in de Franse of Europese farmacopee. Die gegevens dienen dan als basis voor het gebruik van de plant in gezondheidsoplossingen.
Wanneer een plant er niet in wordt omschreven, moeten de kenmerken van de beschikbare soorten worden opgelijst om vervolgens die met de vereiste samenstelling te selecteren.
Het agronomische onderzoek
Nadat de gepaste soort is bepaald, is het doel om een specifiek plantenextract te produceren met plantaardige actieve bestanddelen die garant staan voor de biologische werkzaamheid van onze gezondheidsoplossingen.
Aangezien de synthese van de actieve bestanddelen gebeurt in de plant, moeten uiteraard de factoren worden onderzocht en bestudeerd die hun productie in de plant beïnvloeden.
Daarom zal het agronomische team in samenwerking met het analytische onderzoeksteam verschillende parameters bestuderen die de productie van de geselecteerde werkzame stoffen beïnvloeden, zoals variëteiten, bodemsoorten, bemesting, oogststadium...
Concreet betekent dit dat de verschillende parameters worden toegepast op micropercelen en dat de genomen stalen intern worden geanalyseerd. Dit werk maakt het mogelijk om de meest gunstige teelt- en oogstmethoden te bepalen om te komen tot een plant die rijk is aan actieve bestanddelen. Het gaat over het teelttechnische proces.
Naast het agronomische werk op de velden bestuderen onderzoeksteams ook technologieën voor het stabiliseren van de plant en de extractie van de actieve moleculen, waarbij de werkzame stoffen behouden blijven.
Op basis van deze voorafgaande analyses, uitgevoerd gedurende meerdere jaren van teelt, stelt het laboratorium PiLeJe een lastenboek op met de belangrijkste productiecriteria voor alle geselecteerde planten.
Enkele jaren geleden heeft PiLeJe ook partnerships opgezet binnen zijn netwerk van kwekers om de volledige productieketen te beheren, van de keuze van de zaden tot het eindproduct.
Controle van de teeltomstandigheden
De gebruikte planten worden bij voorkeur in Frankrijk geteeld. Wanneer de gekozen planten voor een bepaalde formulering niet te verkrijgen zijn in Frankrijk, gaat PiLeJe ze halen in de landen waar ze het best groeien. Guarana komt bijvoorbeeld uit Zuid-Amerika, orthosifon en kurkuma uit Vietnam, gember uit Mauritius, etc.
Een concrete betrokkenheid op het Franse grondgebied
Om een beter inzicht te krijgen in de teelt en in te spelen op de milieuproblemen en de hoeveelheid planten die nodig is om de oplossingen te produceren, heeft het laboratorium PiLeJe ervoor gekozen om een aantal planten te laten kweken. Het agronomische team van PiLeJe heeft daarom partnerships opgezet in de buurt van Milly-la-forêt, te midden van een landbouwgebied dat bekend staat om zijn aromatische en medicinale planten. Het laboratorium PiLeJe kan dus rekenen op partners voor het uitvoeren van experimenten op het veld en ook op kwekers met een erkende expertise in deze specifieke teelten.
Dankzij deze aanpak genieten de onderzoeksteams van een buitengewoon gunstig terrein voor agronomische proeven, om zo de beste teeltmethoden te vinden voor PiLeJe.
De eerste plant uit de PiLeJe keten: smalle weegbree.
Wanneer de plant niet kan worden gekweekt, kiest PiLeJe ervoor om ze te oogsten in zones die biologisch gecertificeerd zijn door ECOCERT en zet het plannen op om het beheer van de oogst in goede banen te leiden, om zo de levenscyclus van de plant te respecteren en haar duurzaamheid te behouden.
Waar mogelijk zijn de planten die door PiLeJe worden gekozen biologisch gecertificeerd. En anders zijn ze afkomstig van duurzame landbouw. Deze vereisten vergen soms van de telers ingrijpende veranderingen in hun werkwijze.
Elk partnership met een teler is dus uniek en kan soms inhouden dat de teeltomstandigheden, de productieopbrengsten, de pluktechnieken of zelfs het plukmoment moeten worden aangepast of geoptimaliseerd.
Om dat mogelijk te maken, engageert PiLeJe er zich toe om de oogsten vooraf op te kopen, voor meerdere jaren en rekening houdend met de werkelijke productieprijs van de plant.
Alle leveranciers van verse planten worden door de PiLeJe teams regelmatig doorgelicht en elke partij planten wordt systematisch gecontroleerd.
Voor biologisch gecertificeerde planten wordt, naast de controles uitgevoerd door de certificeringsinstantie, ook regelmatig het gehalte aan pesticiden en zware metalen gemeten bij de verse plant.