Al heel lang twijfelt niemand meer over de invloed op de gezondheid van de hoeveelheid en de kwaliteit van onze voeding.
Hippocrates schreef trouwens al: ‘Laat voeding uw medicijn zijn.’
Voeding bestaat uit ‘brandstoffen’ - dat zijn de voedingsstoffen (ook wel macronutriënten genoemd) die energie leveren aan de cellen (suikers of ‘koolhydraten’, vetten of ‘lipiden’ en eiwitten of ‘proteïnen’) - en micronutriënten.
Deze micronutriënten, aanwezig in kleine hoeveelheden, leveren geen enkele energie.
De meest bekende micronutriënten zijn vitamines, mineralen en oligo-elementen. Maar zo’n dertig jaar geleden zijn er ook andere micronutriënten ontdekt, die net zo belangrijk zijn.
Vitamines, mineralen en oligo-elementen
Vitamines vormen een grote familie van in vet oplosbare moleculen (dat zijn de vitamines A, D, E en K) en in water oplosbare moleculen (de vitamines uit de B-groep en vitamine C).
Zij zijn noodzakelijk voor talrijke chemische en enzymatische reacties van het lichaam. Vitamine A is bijvoorbeeld essentieel voor de gezondheid van slijmvlies, huid en ogen. De vitamines uit de B-groep spelen een belangrijke rol bij de energieproductie en het functioneren van het zenuwstelsel.
Oligo-elementen (chroom, ijzer, jodium, koper, zink enz.) bevinden zich in zeer kleine hoeveelheden in het lichaam.
Zij onderscheiden zich van mineralen (voornamelijk natrium, kalium, magnesium, calcium, fosfor en zwavel) die in grotere hoeveelheden aanwezig zijn.
Ze hebben alle talrijke vitale functies.
Polyfenolen, flavonoïden, carotenoïden
Deze moleculen, die zorgen voor de kleur van fruit en groente, hebben een oxidatie remmende eigenschappen.
Er zijn ondertussen al talloze studies die aantonen dat een voeding met veel fruit en groente het risico op kanker en hart- en vaatziekten vermindert (omdat met name de vorming van aderverkalking wordt tegengegaan).
Polyfenolen, flavonoïden en carotenoïden beschermen de cellen tegen vroegtijdige veroudering door vrije radicalen en ontstekingen te bestrijden. Hun opdracht in de micronutritie is ‘celbescherming’.
Meervoudig onverzadigde vetzuren
Twee daarvan worden ‘essentieel’ genoemd, die het lichaam nodig heeft maar niet kan produceren, en daarom moeten ze absoluut door voeding worden geleverd. Het gaat dan om alfa-linoleenzuur, dat zorgt voor de synthese van omega 3-vetzuren, en linolzuur, dat de omega 6-vetzuren synthetiseert.
De omega 6-vetzuren zijn in grote hoeveelheden aanwezig in sommige plantaardige oliën (van zonnebloem, mais enz.). Omega 3-vetzuren zitten met name in koolzaadolie en lijnzaadolie, evenals in vette vis. Olijfolie is rijk aan omega 9-vetzuren die eveneens een heilzame rol spelen voor het lichaam.
Deze vetzuren zorgen voor soepele en buigzame celwanden en zijn onmisbaar voor neuronen, die voornamelijk uit vetten bestaan.
Ze spelen een belangrijke rol bij het functioneren van met name het zenuwstelsel, het cardiovasculair stelsel en het immuunsysteem. Maar daarvoor moeten ze in een harmonieuze hoeveelheid het lichaam binnenkomen. Dat gebeurt niet meer door onze moderne voeding die vooral veel omega 6 levert en weinig omega 3 bevat.
Een dergelijk slecht evenwicht kan leiden tot ontstekingen met als gevolg ziektes zoals diabetes, hart- en vaatziekten, allergieën. Want de omega 3-vetzuren, die onze voeding neigt te verwaarlozen, bezitten namelijk ontstekingsremmende en bloedplaatjes aggregatie remmende eigenschappen die de werking van de omega 6-vetzuren tegengaan.
Essentiële aminozuren
Aminozuren ontstaan door de fragmentatie van lange eiwitketens (we krijgen eiwitten binnen uit vlees, vis, eieren en melkproducten of peulvruchten).
Sommige aminozuren worden ‘essentieel’ genoemd, en moeten noodzakelijkerwijze uit onze voeding komen. Ze spelen een belangrijke rol in de micronutritie. Dit geldt voor tyrosine en tryptofaan die beide precursoren zijn van sommige neurotransmitters in de hersenen. Neurotransmitters zijn de moleculen die de zenuwimpulsen controleren en dus het optimaal functioneren van de hersenen.
Bronnen :
- Didier Chos (2014) En bonne santé grâce à la micronutrition. Editions Albin Michel
- Le guide des compléments alimentaires 2010. Editions Vidal
- Documentatie van het IEDM (Europees instituut voor dieetleer en micronutritie) :
« Les acteurs nutritionnels du cerveau »