Spijsvertering en vitaminesynthese
Darmmicrobiota speelt een directe rol in de spijsvertering door bij te dragen aan het afbreken en assimileren van de verschillende voedingsbestanddelen (koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels) bijvoorbeeld met behulp van enzymen die ons lichaam niet heeft.
Dierproeven hebben uitgewezen dat axenische muizen, d.w.z. muizen zonder darmmicrobiota, een energiebehoefte hebben die 20 tot 30% hoger is dan die van normale dieren.
Axenische muizen, wat zijn dat?
Deze muizen worden geboren en opgevoed onder steriele omstandigheden en zijn vrij van elke kiem. Aangezien ze geen darmflora hebben, worden ze vaak gebruikt voor experimenten om de eigenschappen van microbiota te bestuderen in vergelijking met "normale" muizen.
De darmmicrobiota draagt ook bij tot de synthese van bepaalde B-vitaminen en vitamine K en speelt een rol bij de opname van calcium en magnesium.
Fysiologie en darmstofwisseling
Dankzij de onderzoeken met axenische dieren weten we dat de afwezigheid van darmmicrobiota de eigenschappen en werking van enterocyten (de cellen van het darmslijmvlies) verandert. Bij axenische dieren worden de enterocyten minder snel vernieuwd. Ook wordt de beschermende slijmlaag die deze bedekt dunner en de vascularisatie en darmperistaltiek nemen af.
Deze veranderingen hebben gevolgen voor de stofwisseling maar kunnen ook leiden tot infectie omdat de snelle vernieuwing van enterocyten en de darmperistaltiek bijdragen aan de barrièrewerking van het darmslijmvlies door te voorkomen dat ziektekiemen zich er permanent vestigen.
Ontwikkeling en groei van het immuunsysteem
De darmmicrobiota speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van het intestinaal immuunsysteem en de werking ervan. Uit onderzoek blijkt dat het immuunsysteem van axenische muizen onrijp en onvolledig is. Deze afwijkingen verdwijnen na inoculatie van een microbiota van normale muizen bij axenische muizen.
Bescherming tegen ziektekiemen
Naast zijn rol in de groei en aanpassen van het immuunsysteem, beschermt de darmmicrobiota zelf tegen ziekteverwekkende micro-organismen. De bacteriën die van nature aanwezig zijn in de darmen (ook wel weerbare of commensale darmflora genoemd) zijn in staat om antimicrobiële stoffen af te scheiden tegen andere micro-organismen of bacteriën. Zij concurreren ook met ziekteverwekkende bacteriën om voedingsstoffen en de beschikbare ruimte en voorkomen zo de verspreiding ervan.
Bewezen betrokkenheid bij bepaalde ziekten
Alle onderzoeken en studies op het gebied van microbiota wijzen uit dat ze betrokken zij bij het verschijnen van meerdere pathologieën.
Er wordt een gebrek aan microbiotisch evenwicht voor bepaalde bacteriële soorten vermeld voor mensen met chronische inflammatoire darmziekten (inflammatory bowel disease IBD) of Prikkelbare Darm Syndroom (PDS).
Er werd een verstoring van de darmmicrobiota geconstateerd bij mensen met diabetes, obesitas of allergieën, maar ook bepaalde vormen van kanker.
Meer recentelijk werd er aangetoond dat veranderingen in de darmmicrobiota het centrale zenuwstelsel kunnen aantasten en een neurologische impact kunnen hebben. Er is namelijk een hele reeks zenuwvezels aanwezig in de darmwand, die samen het enterisch zenuwstelsel vormen, dat voortdurend in relatie staat met het centrale zenuwstelsel: dit wordt ook wel de hersen-darmas genoemd, het darmstelsel dat ons "tweede brein" vormt.
Verschillende studies tonen aan dat er onevenwichtigheden in de darmflora (ofwel dysbiosen) bestaan bij bepaalde neurologische aandoeningen, wat suggereert dat de microbiota betrokken is bij het verschijnen van deze ziekten: autisme, schizofrenie, angst, depressie, bipolaire stoornissen maar ook neurodegeneratieve ziekten zoals de ziekte van Alzheimer of Parkinson.
1Vascularisatie : bloedvaten waarmee de cellen van een weefsel worden “gevoed".
2Darmperistaltiek : spiersamentrekkingen van de darm die zorgen voor het voortstuwen van darminhoud. We hebben het ook over spijsverteringsmotoriek.
Bronnen :
- Dossiers d’information Inserm, Microbiote intestinal (https://www.inserm.fr/information-en-sante/dossiers-information/microbiote-intestinal-flore-intestinale)
- Les fondamentaux de la pathologie digestive/Chapitre 13 Microbiote et immunité intestinale. Elsevier Masson Octobre 2014 (https://www.snfge.org/sites/default/files/SNFGE/Formation/chap-13_fondamentaux-pathologie-digestive_octobre-2014.pdf)
- Frédéric Barbut, Francisca Joly. Le microbiote intestinal : équilibre et dysbiose. HEPATO-GASTRO et Oncologie digestive, vol. 17 n° 6, novembre-décembre 2010 (http://www.jle.com/download/hpg-286920-le_microbiote_intestinal_equilibre_et_dysbiose--Wv59Un8AAQEAAAFNnSUAAAAA-a.pdf).
- C Landman, E Quévrain. Le microbiote intestinal : description, rôle et implication physiopathologique. La Revue de médecine interne (2016) 37 : 418-423(http://acces.ens-lyon.fr/acces/thematiques/immunite-et-vaccination/thematiques/virus-et-immunite/utiles-microbiote/pdf/1-s2.0-S0248866315011273-main.pdf).