Deze term wordt nog niet zo lang gebruikt in ons vocabulaire (sinds de jaren 1970) en is afgeleid van de Griekse woorden ‘phytos’ en ‘therapeia’ die respectievelijke ‘planten’ en ‘behandeling’ betekenen.
In alle streken van de wereld is de kennis over medicinale planten van generatie op generatie overgedragen. Maar de ‘traditionele’ fytotherapie had net als alle geneeskunst zijn beperkingen, waardoor men haar een tijdlang links heeft laten liggen en in het begin de voorkeur gaf aan synthetische geneesmiddelen, met een snellere werking, en waarvan de dosering en therapeutische effecten beter gecontroleerd konden worden.
De therapeutische werking van medicinale planten hangt namelijk af van de kwaliteit van de gebruikte grondstoffen (dus de plant), van de herkomst ervan, het seizoen waarin ze is geoogst wordt, de van de aard van het gebruikte extract (bijvoorbeeld verse planten of gedroogde planten) en ook de gekozen extractiewijze.
Al deze parameters zijn logischerwijze van invloed op het gehalte aan actieve bestanddelen van de plant en het eindproduct.
Vandaag de dag bieden de wettenschappelijke kennis en de technologische vooruitgang de mogelijkheid om deze onzekere factoren te beheersen, die de zwakke punten vormde in de traditionele fytotherapie.