Wat zijn neurotransmitters?
Neurotransmitters zorgen voor het doorgeven van boodschappen tussen neuronen. De aanmaak van deze molecule heeft een impact op meerdere organen. Voor een vlotte werking van de hersenen zijn vooral 3 neurotransmitters van belang: dopamine, noradrenaline met tyrosine als voorloper en serotonine met tryptofaan als voorloper.
Deze laatste spelen een rol bij het humeur en de controle van emoties:
- Dopamine werkt als een "starter". Het bevordert de motivatie, geeft zin om ‘s ochtends uit bed te komen en plannen te maken en speelt een rol bij het ervaren van plezier.
- Noradrenaline zorgt voor zelfvertrouwen en is betrokken bij geheugen- en concentratieprocessen.
- Serotonine werkt als een "rem" en is het "hormoon van de sereniteit". Het helpt om afstand te leren nemen, te relativeren en zoete verlangens onder controle te houden.
Van voeding tot hersenen: de weg die neurotransmitters afleggen
Ontdek hoe neurotransmitters aan de hand van onze voeding worden aangemaakt en afgegeven in onze hersenen.
- Tyrosine en tryptofaan zijn aminozuren die te vinden zijn in eiwitten: ze gaan de strijd met elkaar aan om…
- … door de bloed-hersenbarrière te dringen en zo de hersenen binnen te komen.
- In de neuronen wordt tyrosine omgezet in dopamine, en noradrenaline en tryptofaan in serotonine. IJzer is onmisbaar om deze reactie mogelijk te maken.
- Dopamine, noradrenaline en serotonine worden vervolgens opgeslagen in vesikels met behulp van magnesium.
- De vesikels versmelten met het membraan van het neuron en geven de neurotransmitters af in de synaptische spleet. De neurotransmitters binden zich vervolgens aan receptoren en gaan verder naar het volgende neuron.
Een onevenwichtige voeding kan aan de basis liggen van bepaalde stoornissen in de werking van neuromediatoren, zoals ochtendlijke vermoeidheid, prikkelbaarheid, stress, ongeduldigheid of zoete trek rond 17 uur.
Om de synthese van de neurotransmitters dopamine en vervolgens ook serotonine te bevorderen, is het belangrijk om voedsel in te nemen volgens een specifiek ritme: rijk aan eiwitten aan de start van de dag (‘s ochtends en ‘s middags) en rijk aan koolhydraten aan het eind van de dag (in de namiddag en ‘s avonds). We spreken dan over chrono-nutrition.
De impact van neurotransmitters op stress
Heel wat studies die werden uitgevoerd bij mens en dier hebben aangetoond dat de inname van tryptofaan, in vrije vorm of in de vorm van eiwitten met een hoog tryptofaangehalte, zorgt voor een verbetering op het vlak van stressbestendigheid, controle over het humeur, seizoensgebonden depressie en slaapkwaliteit.
Daarnaast hebben modellen van voedingspatronen met onvoldoende tryptofaan aangetoond dat sommige personen stoornissen in gedrag en stemming (angst, agressiviteit…) ontwikkelen.
Een onevenwicht in serotonine zou dus kunnen verklaren waarom deze personen symptomen of zelfs stoornissen vertonen die verband houden met slecht stressmanagement (prikkelbaarheid, slaapstoornissen, eetstoornissen, kwetsbaarheid voor verslavende middelen…).
Uit de meest recente werken komt naar voren dat de inname van tryptofaan helpt om de effecten van stress te verminderen op bepaalde cognitieve functies zoals het geheugen1.